Instrumentendatabank

De instrumentendatabank biedt een overzicht van ruim 200 instrumenten die gebruikt worden binnen de forensische psychiatrie. In de instrumentendatabank wordt ieder instrument kort beschreven en informatie gegeven over het type instrument, de validiteit en betrouwbaarheid, de afnameduur, de belangrijkste literatuurbronnen en waar het instrument te verkrijgen/ downloaden is. Voor vragen en/of opmerkingen over de instrumentendatabank kun je contact opnemen met instrumentendatabank@efp.nl

COTAN-beoordelingen

Indien voorhanden, is bij instrumenten de link naar de COTAN-beoordeling opgenomen. Om de COTAN-beoordeling van een instrument te kunnen inzien, dien je in te loggen als COTAN-abonnee. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om individuele beoordelingen aan te schaffen zonder abonnement. Veel universiteitsbibliotheken bieden toegang tot COTAN-informatie aan studenten en medewerkers. Zie voor meer informatie over de COTAN: https://psynip.nl/cotan/.

Naam Categorie Omschrijving
DROS Beoordelingsschalen De Dynamic Risk Outcomes Scales (DROS; Drieschner & Hesper, 2007) wordt gebruikt voor behandelevaluatie. Het bevat voornamelijk dynamische risicofactoren en kan daardoor gebruikt worden bij het inschatten van het risico van recidive bij de LVB doelgroep. Het instrument bestaat uit 44 items gegroepeerd in 15 schalen, die worden gemeten op een 2, 3 of 4 puntsschaal. 1. Probleembesef/ inzicht (3 items) 2. Attitude t.o. huidige behandeling of begeleiding (2 items) 3. Ideeën, verwachtingen over situatie na behandeling (2 items) 4. Medewerking aan de behandeling/ begeleiding (4 items) 5. Criminogene attitude (4 items) 6. Copingsvaardigheden (3 items) 7. Vijandigheid (3 items) 8. Seksgerelateerde cognities/grensoverschrijdend gedrag (3 items) 9. Impulsiviteit (2 items) 10. In stand houden v. stabiliserende prosociale structuren (2 items) 11. Zelfredzaamheid (6 items) 12. Sociale vaardigheden en gedrag (3 items) 13. Verslaving, middelengebruik en gokken (3 items) 14. Psychotische symptomen (3 items) 15. Sociaal netwerk (1 item) Doelgroep: forensisch, niet-forensisch, algemeen geweld, ambulant, ontwikkeld in Nederland voor forensisch LVB. Methode: Gestructureerd professioneel oordeel Per 1 januari 2015 geldt dat voor het meten van de voortgang van de behandeling (ROM) een keuze gemaakt moet worden uit de volgende instrumenten: -HoNOS -Mate (verslaafden) -DROS (verstandelijk beperkten) De meting geldt voor alle klinische en ambulante patiënten met uitzondering van de patiënten bij wie de DDBC-hoofdgroep persoonlijkheidsstoornissen, seksuele stoornissen of verdiepingsdiagnostiek is geopend. De verplichting geldt voor alle forensische settingen met uitzondering van RIBW, FO en ambulante begeleiding. zie ook: http://www.efp.nl/web/images/uploads/publicaties/20140827_factsheet.pdf
SumID-Q Screening Met de Substance use and misuse in Intellectual Disability Questionnaire (SumID-Q; Van der Nagel, Kiewik, Van Dijk, De Jong, & Didden, 2011) kan systematisch het gesprek over middelengebruik worden aangegaan bij mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Het instrument is geschikt om af te nemen op indicatie, maar is ook bedoeld voor het systematisch screenen van alle cliënten die in zorg zijn. De SumID-Q bestaat uit een interview dat onder andere aan de hand van beeldmateriaal in kaart brengt welke psychoactieve stoffen de cliënt kent, wat er in zijn omgeving wordt gebruikt, wat hijzelf eventueel gebruikt en hoe groot de motivatie tot veranderen is. De SumID-Q kan worden afgenomen door professionals die in hun werk in contact komen met mensen met een LVB. Denk aan professionals in de LVB-zorg, de verslavingszorg, de psychiatrie, de jeugdzorg, de reclassering, of bij MEE, SGLVG-instellingen, en voogdij-instellingen. De SumID-Q kan ook worden ingezet ten behoeve van monitoring van middelengebruik onder LVB. Op cliëntniveau kan bij herhaald afnemen van de SumID-Q het gebruik van middelen gevolgd worden. Deelnemers aan de SumID-Q trainingen worden daarom geadviseerd elke twee jaar een meting uit te voeren. Instellingen die de SumID-Q structureel invoeren en data op geaggregeerd niveau verzamelen kunnen in de eigen instelling trends signaleren. Met de implementatie van de SumID-Q in meerdere instellingen is een basis gelegd om landelijk trends in middelengebruik bij cliënten met LVB te monitoren (ZonMw). De SumID-Q is ontworpen om bij volwassenen met een LVB afgenomen te worden, maar blijkt ook voor jongeren of mensen met een iets lager of hoger niveau geschikt.
SDRS Risicotaxatie De Short Dynamic Risk Scale (SDRS; Quinsey, 2004 ) meet het toenemen van gevaar; het is een incidenten voorspeller. Het is een verkorte samenvoeging van twee instrumenten (Problem Identification Checklist en de Proximal Risk Factor Scale). Het instrument bestaat uit 8 vragen, waarbij schalen van 0-4 lopen. Doelgroep: Forensisch, niet-forensisch, algemeen geweld; ontwikkeld voor de klinische setting maar ook ambulant te gebruiken. Het instrument is speciaal ontwikkeld voor LVB. Methode: Actuarieel. Voorlopig vertaalde versie (Trajectum Hoeve Boschoord); researchversie.
SAVE en SAVE-Screen Risicotaxatie De Samen Veilig (SAVE) en Samen Veilig-Screen (SAVE-Screen) geven een inventarisatie van vroeger geweld, klinische en persoonskenmerken en risicomanagement factoren van LVB-ers in de zorg, om te komen tot een beschrijving van het risico. Het gaat hier om de SAVE-(SG)LVG (VGn-Friesland/Trajectum Hoeve Boschoord, 2007). Er is nog weinig ervaring met dit instrument opgedaan. Om een klinische risico-inschatting te maken is binnen de LVB zorg in Nederland recentelijk een experimentele lijst in interviewvorm ontworpen waarmee het de intaker gemakkelijker wordt gemaakt incidenten uit het verleden en risicomanagement technieken die in het verleden bleken te werken, te inventariseren. Het is geen risicotaxatielijst maar een inventarisatielijst op basis waarvan bij plaatsing in de zorg rekening kan worden gehouden met eventuele risico’s op basis van vroegere en recente incidenten. Ook kan op basis van deze verzamelde gegevens eventueel een risicotaxatielijist worden ingevuld. De SAVE-Screen is de screenende versie van de SAVE. De SAVE-screen kost minder tijd en lijkt een goede indicator om vast te stellen of het afnemen van de hele SAVE aan te raden is.
DRAMS Zelfrapportage De Dynamic Risk Assessment and Management System (DRAMS; Lindsay et al., 2004) is een zelfrapportagelijst, die oorspronkelijk is opgezet voor therapie-evaluatie. Het bestaat uit tien domeinen en geeft een inventarisatie van het gedrag en de gevoelens van de cliënt. De antwoordcategorieën zijn gevisualiseerd. Doelgroep: specifiek ontwikkeld voor LVB, klinisch.
INVRA Beoordelingsschalen De Inventarisatie Van Redzaamheid Aspecten (INVRA; Douma & Schuurman, 2001) is een descriptieve beoordelingslijst die systematisch specifieke zelfredzaamheidsvaardigheden in kaart brengt. De doelgroep is zwakbegaafde mensen en mensen met een LVB tussen de 18 en 27 jaar. Er zijn drie INVRA-instrumenten beschikbaar. 1. INVRA-Arbeid is een online vragenlijst met drie categorieën over 38 werknemersvaardigheden. Arbeidsprestaties, motorische competenties en arbeidshouding zijn de categorieën. 2. INVRA-Wonen is een online vragenlijst met vijf categorieën welke 114 competenties bevatten. De categorieën zijn zelfzorg en gezondheid, huishoudelijke competenties, cognitieve competenties, maatschappelijke competenties en omgaan met anderen. 3. INVRA-Ouderschap is een online vragenlijst met vijf categorieën die 94 competenties meten. Verzorging en gezondheid, huishoudelijke competenties, cognitieve competenties, maatschappelijke competenties en sociale omgang zijn de categorieën.
Help de instrumentendatabank verbeteren