Instrumentendatabank

De instrumentendatabank biedt een overzicht van ruim 200 instrumenten die gebruikt worden binnen de forensische psychiatrie. In de instrumentendatabank wordt ieder instrument kort beschreven en informatie gegeven over het type instrument, de validiteit en betrouwbaarheid, de afnameduur, de belangrijkste literatuurbronnen en waar het instrument te verkrijgen/ downloaden is. Voor vragen en/of opmerkingen over de instrumentendatabank kun je contact opnemen met instrumentendatabank@efp.nl

COTAN-beoordelingen

Indien voorhanden, is bij instrumenten de link naar de COTAN-beoordeling opgenomen. Om de COTAN-beoordeling van een instrument te kunnen inzien, dien je in te loggen als COTAN-abonnee. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om individuele beoordelingen aan te schaffen zonder abonnement. Veel universiteitsbibliotheken bieden toegang tot COTAN-informatie aan studenten en medewerkers. Zie voor meer informatie over de COTAN: https://psynip.nl/cotan/.

Naam Categorie Omschrijving
15 woordentest Neuropsychologie De 15-Woorden Test (15WT; Saan & Deelman, 1986) is een korte test voor het meten van de retentie van auditief materiaal voor een langere periode. Bij de 15Wt worden 15 woorden opgelezen die moeten worden onthouden en gereproduceerd. De taak wordt eerst vier maal herhaald; na 15-20 minuten wordt de taak nogmaals herhaald (delayed recall).De 15WT bestaat uit twee versies, de 15WT A en 15 WT B. De 15WT A bestaat uit 15 woorden die gemakkelijk een visueel beeld oproepen (image vorm). De 15WT B bestaat uit 15 woorden, die moeilijk een visueel beeld oproepen (no-image vorm). Beide vormen bestaan uit woorden die niet gemakkelijk met elkaar geassociëerd worden. De 15WT A en 15WT B moeten beide worden afgenomen. Via het afspelen van een cassetteband of het voorlezen door de proefleider worden 15 woorden aangeboden. De testnemer moet zoveel mogelijk woorden opnoemen. Dit wordt viermaal herhaald. Na 15-20 minuten moet de testnemer nogmaals de woorden opnoemen (delayed recall). Iedere keer worden de goede, foute, dubbele en herhaalde woorden gescoord en per categorie bij elkaar opgeteld. Er is een normering gemaakt voor de maten 'totaal aantal goed', 'totaal aantal goed bij recall' en 'fouten', rekening houdend met leeftijd en opleiding. Via een regressieformule wordt gekeken in hoeverre iemand beter of slechter scoort dan de voorspelde waarde.
ANT Neuropsychologie Met de Amsterdamse Neurologische Taken (ANT; De Sonneville, 1996) wordt een gestandaardiseerde en systematische evaluatie gemaakt van de basale processen die ten grondslag liggen aan de uitvoering van complexe cognitieve processen. Momenteel omvat de ANT 38 taken voor het onderzoek van neuropsychologische functies van kleuters, kinderen, adolescenten, volwassenen en ouderen. Domeinen van onderzoek zijn: gerichte, verdeelde en volgehouden aandacht; werkgeheugenprocessen; executieve en psychomotore functies; gezichts- en emotieherkenning; hoofdrekenen.
BADS Neuropsychologie De Behavioural Assessment of Dysexecutive Syndrome (BADS; Wilson et al., 1996) is een testbatterij die een aantal (executieve) functies meet die te maken hebben met het functioneren van de frontaal kwab zoals planning en organisatie, concentratie, en probleemoplossend vermogen. De BADS voorspelt problemen in het dagelijks functioneren, voortkomend uit het ‘dysexecutive syndrome’ (plannings- en organisatiestoornis). De totaalscore van de BADS is een weerspiegeling van de mate waarin een onderzochte efficiënt kan functioneren in het dagelijks leven.
Bender Visual Motor Gestalt Test - II Neuropsychologie De Bender Visual Motor Gestalt Test (Bender, 1938) meet visueel-motorische constructie. Het is een test met negen kaarten met getekende figuren of configuraties. De eerste kaart dient ter introductie. Opdracht: de gegeven figuren natekenen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op hersenorganiciteit. De doelgroep van dit instrument bestaat uit personen vanaf 4 jaar met een verstandelijke beperking. Sinds 2003 is er een herziene uitgave beschikbaar: The revised Second Edition of Bender Visual-Motor Gestalt Test. Daarin zijn zeven nieuwe items opgenomen, een nieuwe "recall" procedure, aanvullende tests voor motorische en perceptuele vaardigheden, en nieuwe normen.
Benton Visual Retention Test Neuropsychologie De Benton Visual Retention Test (Benton, 1961) is een neuropsychologische indicator met betrekking tot niet aangeboren hersenletsel, zowel op linker- als op rechterhemisfeergebied, en dissociatieve stoornissen. Het meet de capaciteit visuele informatie vast te houden. Het is een maat voor de concentratie, visueel waarnemingsvermogen, retentievermogen en uitvoering, zowel ideatoir als constructief. De test bestaat uit drie equivalente series van 10 kaarten met getekende figuren in opklimmende graad van complexiteit. Er zijn vier wijzen van testafname: A. elke figuur wordt 10 sec. aangeboden, daarna uit geheugen tekenen; B. elke figuur wordt 5 sec. aangeboden, daarna uit geheugen tekenen; C. elke figuur wordt nagetekend; D. elke figuur wordt 10 sec. aangeboden en moet na een pauze van 15 sec. uit geheugen worden getekend. Er zijn goedscores (eerst scoren per tekening, max. 10) en foutscores (meestal, in de dagelijkse praktijk, max. 24 van de 64 mogelijke type-fouten). Doelgroep: vanaf 8 jaar
RBMT Neuropsychologie De Rivermead Behavioural Memory Test (RBMT; Wilson, Cockburn & Baddeley, 2003; Nederlandse bewerking; Van Balen & Groot Zwaaftink, 1987; Van Balen & Wimmers, 1993) is een testbatterij voor het waarnemen van stoornissen in het alledaagse geheugen en voor het vastleggen van veranderingen hierin volgend op behandeling van geheugenproblematiek. De schalen zijn: onmiddellijke herinnering, uitgestelde herinnering en herkenning. De doelgroepen zijn: kinderen, jongeren, volwassenen en personen met hersenletsel (10-65 jaar).
RCFT Neuropsychologie De Rey Complex Figure Test (RCFT; Rey, 1941) meet perceptuele organisatie en visueel geheugen. De werkwijze bij het uitvoeren van de test geeft informatie over de visuo-spatiele en visuo-constructieve functies. De kopieertaak van de figuur van Rey doet een beroep op het overzichtsvermogen. De proefpersoon wordt gevraagd een figuur na te tekenen. Na een pauze van 15 minuten wordt gevraagd de figuur nog eens te tekenen. Doelgroep: Is oorspronkelijk bedoeld voor volwassenen maar kan ook bij kinderen worden afgenomen.
Stroop Kleur-Woord Test Neuropsychologie De Stroop Kleur-Woord Test geeft een maat voor interferentiegevoeligheid. Gekeken wordt of de cliënt een dominant, verbale respons kan onderdrukken. De test geeft hiernaast informatie over de selectieve aandacht en in hoeverre deze kan worden volgehouden. In de rapportage wordt de interferentiescore gebruikt om de aandacht te beschrijven. De test bestaat uit drie kaarten en een antwoordformulier. Kaart I: 10 rijen met de namen van de kleuren rood, groen, geel en blauw (zwart gedrukt). Kaart II: 10 rijen met rechthoekjes in deze kleuren. Kaart III: 10 rijen met kleurnamen in kleur gedrukt, terwijl de drukkleur verschilt van de kleurnamen. Vooraf moet gecontroleerd worden op partiële kleurenblindheid. De ruwe score wordt bepaald door het aantal seconden dat nodig is voor kaart III af te trekken van het aantal seconden dat nodig is voor kaart II. Deze ruwe score wordt daarna in een grafiek omgezet in een gewogen Stroop-interferentiescore. Doelgroep: kinderen, jongeren en volwassenen (8-65 jaar).
Tower of London Neuropsychologie De Tower of London onderzoekt het probleemoplossend vermogen (Culbertson & Zillmer, 2001, 2005). Het instrument kan gebruikt worden voor het vaststellen van een planningsstoornis of planningsprobleem. De test is bedoeld voor klinische groepen waarbij sprake is van cognitieve problemen met het executief functioneren. Er wordt een beroep gedaan op het vermogen tot het uitstippelen van een stappenplan om een specifiek doel te bereiken. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen op in moeilijkheidsgraad, het aantal noodzakelijke verplaatsingen loopt op van twee naar zeven. Voor elke opgave is een maximum tijd van 60 seconden, er zijn twee pogingen mogelijk per opgave. Bij een lage testprestatie worden op de testversie van 2005 alleen de eerste 12 opgaven afgenomen.
Trailmaking test Neuropsychologie De Trailmaking Test, onderdeel van de Reitan-Halstead batterij, is een visuele zoektaak, waarbij snelheid van eenvoudige visuele informatieverwerking en cognitieve flexibiliteit en aandacht gemeten worden (vermogen tot conceptshifting en verdeelde aandachtsfunctie). Deze test bestaat uit vorm A, B en vorm C. A bestaat uit cijfers, B uit letters en C uit zowel cijfers als letters. Er bestaat ook een AB versie, hierbij bestaat A uit cijfers en B uit cijfers en letters. De interferentiescore is het verschil in tijd tussen vorm A en B. Van de Trail making Test zijn verschillende varianten in omloop. De meest recente wordt uitgegeven door Pearson Assessments and Informations B.V. en is een onderdeel van de D-KEFS. Deze Trail Making Test bestaat uit 5 condities, in plaats van 2 (Trail Making Test handleiding, Delis, Kaplan, Kramer, 2007). Ook deze taak doet een uitspraak over de mentale flexibiliteit van een cliënt (switching). Doelgroep: vanaf 12 jaar mits intacte visuomotoriek.
WCST Neuropsychologie De Wisconsin Card Sorting Test (WCST; Lezak et al., 2004) is bedoeld om abstract redeneren en switching in kaart te brengen. Het is een discriminatie-leertaak waarbij gekeken wordt naar zogenoemde schiftingproblematiek. Het is een taak die flexibiliteit vereist en problemen weergeeft in de organisatie van gedrag. De Modified Wisconsin Card Sorting Test (M-WCST) is een aangepaste versie van de originele WCST, met 48 in plaats van 128 kaarten. Alle kaarten die op meer dan één eigenschap overeenkomen met de stimuluskaart zijn weggelaten. Samen met enkele andere aanpassingen resulteert dit in een test die gemakkelijker te begrijpen is voor ouderen of mensen met een stoornis. Daarnaast is er een Nederlandstalige computervariant van de WCST (WCST handleiding, Van Schijndel, 1994).