De instrumentendatabank biedt een overzicht van ruim 200 instrumenten die gebruikt worden binnen de forensische psychiatrie. In de instrumentendatabank wordt ieder instrument kort beschreven en informatie gegeven over het type instrument, de validiteit en betrouwbaarheid, de afnameduur, de belangrijkste literatuurbronnen en waar het instrument te verkrijgen/ downloaden is. Voor vragen en/of opmerkingen over de instrumentendatabank kun je contact opnemen met instrumentendatabank@efp.nl
Indien voorhanden, is bij instrumenten de link naar de COTAN-beoordeling opgenomen. Om de COTAN-beoordeling van een instrument te kunnen inzien, dien je in te loggen als COTAN-abonnee. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om individuele beoordelingen aan te schaffen zonder abonnement. Veel universiteitsbibliotheken bieden toegang tot COTAN-informatie aan studenten en medewerkers. Zie voor meer informatie over de COTAN: https://psynip.nl/cotan/.
Naam | Categorie | Omschrijving | |
---|---|---|---|
AASI | Tools & Tech | Er zijn twee tests (nog niet vertaald in het Nederlands) die gebruik maken van visual reaction time (VRT); de AASI (Abel Assessment of Sexual Interest) en de Affinity. De AASI (Abel, 1997) biedt een groot aantal afbeeldingen van personen variërend in geslacht en leeftijd aan. Men meet vervolgens hoe lang de betrokkene elk van de plaatjes op het scherm heeft staan, alvorens door te klikken naar het volgende plaatje. De rationale achter de methode is dat personen geneigd zouden zijn langer te kijken naar plaatjes van personen die beantwoorden aan hun seksuele voorkeur. Om de betrokkene af te leiden van de bedoeling van de test en hem toch naar het plaatje in kwestie te laten kijken vraagt men deze de leeftijd van de getoonde persoon te schatten (een instructie die overigens kan interfereren met de meting van de bedoelde variabele). De AASI combineert het VRT-gedeelte met een (Engelse) vragenlijst die de neiging tot ontkenning van seksuele delicten in kaart brengt. Bij de AASI worden de testgegevens via internet opgestuurd naar de maker van de test, die vervolgens de resultaten terugstuurt. Dat heeft als nadeel dat men per afname betaalt en testinformatie aan derden verstrekt. Beide VRT-methoden hebben als voordeel dat ze relatief goedkoop zijn en er geen of nauwelijks ethische bezwaren aan kleven. Daar staat tegenover dat ‘bezig zijn met een plaatje’ niet hetzelfde is als VRT, en ook niet als seksuele belangstelling. Ook is de methode gevoelig voor manipulatie doordat men een reactie kan onderdrukken of veinzen. Deze methode zou vooral bruikbaar zijn om een deviante voorkeur voor kinderen te bepalen, maar niet voor geweld. | |
Affinity | Tools & Tech | Het andere beschikbare instrument dat gebruik maakt van visual reaction time (VRT) is de Affinity (Glasgow, Croxen & Osborne, 2003). Evenals bij de AASI biedt de Affinity een groot aantal afbeeldingen van personen variërend in geslacht en leeftijd aan. De onderzochte geeft aan hoe seksueel aantrekkelijk hij de afgebeelde persoon vindt. Gemeten wordt weer hoe lang men met de verschillende plaatjes bezig is. Deze tijd zou een indicatie geven van de voorkeur van de onderzochte, terwijl de discrepantie tussen kijktijd en aangegeven aantrekkelijkheid zou aangeven in hoeverre hij deze voorkeur probeert te verdoezelen. De Affinity bevat geen vragenlijst en is dus gemakkelijker in Nederland te gebruiken. Ook hoeft men de testresultaten niet op te sturen. Beide VRT-methoden hebben als voordeel dat ze relatief goedkoop zijn en er geen of nauwelijks ethische bezwaren aan kleven. Daar staat tegenover dat ‘bezig zijn met een plaatje’ niet hetzelfde is als VRT, en ook niet als seksuele belangstelling. Ook is de methode gevoelig voor manipulatie doordat men een reactie kan onderdrukken of veinzen. Deze methode zou vooral bruikbaar zijn om een deviante voorkeur voor kin-deren te bepalen, maar niet voor geweld. | |
IAT | Tools & Tech | De Implicit Association Task (IAT; Greenwald, McGhee, & Schwartz, 1998) is een test die de sterkte van de associatie tussen twee begrippen in kaart wil brengen. De IAT kan bijvoorbeeld worden toegepast bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij het onderzoek op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag met de IAT gaat het tot nu toe vooral om de associatie tussen de begrippen kind en seks, ervan uitgaande dat deze associatie bij pedoseksuelen sterker is dan die tussen de begrippen volwassene en seks. De onderzochte krijgt een reeks woorden aangeboden die hij/zij categoriseert door één van de twee knoppen in te drukken. In de congruente conditie vallen seksueel getinte woorden en woorden die betrekking hebben op volwassenen samen in de ene categorie, en seksueel neutrale woorden en woorden die betrekking hebben op kinderen in de andere. In de incongruente conditie vallen seksueel getinte woorden en woorden die betrekking hebben op kinderen samen in de ene categorie, en de seksueel neutrale woorden en woorden die betrekking hebben op volwassenen in de andere. De verwachting is dat de meeste mensen in de congruente conditie sneller en beter reageren dan in de incongruente conditie, terwijl mensen met een pedoseksuele voorkeur juist in de incongruente conditie sneller en beter zouden reageren. | |
MAGDA | Tools & Tech | De tool is niet langer actueel met de huidige wet- en regelgeving. MAGDA is een digitaal expertsysteem ontwikkeld om de (zorg)professional te ondersteunen bij beslissingen rondom het beroepsgeheim (Kremers, 2018). Binnen dit expertsysteem kunnen medewerkers concrete situaties voorleggen met de daarbij behorende vraag omtrent het al dan niet verstrekken van medische informatie. Aan de hand van jurisprudentie, onderzoeken en wetgeving wordt hierbij de relevante normering rondom de kwestie van het beroepsgeheim in het systeem verwerkt. Vooralsnog is de tool ontwikkeld voor hulpverleners in een penitentiaire setting. Veel van de in de tool als content ingevoerde situaties hebben echter ook betrekking op hulpverleners in andersoortige behandelsettings. Het is mogelijk om de tool uit te breiden met specifieke vraagstellingen uit andere (forensische) zorginstellingen. Dit vraagt echter om nader onderzoek. | |
Polygraaf | Tools & Tech | In het polygrafische interview stelt de interviewer specifieke vragen, terwijl men een aantal lichamelijke reacties meet (hartslag, ademhaling, huidgeleiding en bloeddruk). Het idee is dat wanneer iemand liegt hij andere lichamelijke reacties vertoont dan wanneer hij de waarheid spreekt. Door na te gaan bij welk antwoord er afwijkende psychofysiologische reacties optreden, kan men nagaan welk antwoord mogelijk op een leugen berustte. Het polygrafische interview geldt als een manier om de kwaliteit van de zelfrapportage te verhogen. In Nederland gebruikt men de polygraaf tot nu toe alleen sporadisch voor wetenschappelijk onderzoek. In beginsel kan men de instrumentele utiliteit van de polygraaf aanzienlijk vergroten door individuele uitkomsten te kalibreren aan andere maten (gelaatsuitdrukkingen, ander non-verbaal gedrag en interviewgegevens) en gebruik te maken van software die individuele patronen kan identificeren en herkennen. Zo zou men meer greep kunnen krijgen op de grote individuele specificiteit van dit samenstel van maten. In combinatie met een GSM-applicatie zou men dan bepaalde patronen als draadloze signalen kunnen gebruiken, die aangeven dat er sprake is van een verhoogd risico. De technologie hiervoor is in ontwikkeling. |