Het Instrument voor Forensische Behandel Evaluatie (IFBE; Schuringa, 2010) bestaat uit de veertien klinische items van de HKT-R (zie kennisdatabank.efp.nl/instrumenten/hkt-r) en acht forensische behandel items. De IFBE is een gedragsobservatie instrument dat onafhankelijk van elkaar ingevuld wordt door het gehele behandelteam van een patiënt. Op deze manier wordt informatie van de diverse behandeldisciplines over verschillende forensisch behandelinhoudelijke items van een patiënt in kaart gebracht. Deze informatie wordt besproken in de multidisciplinaire bijeenkomsten.
De items worden gescoord op een 17-puntsschaal. De IFBE laat het huidig functioneren van de patiënt zien, de overeenstemming tussen de verschillende disciplines en klinische en statistische veranderingen. Door de bredere antwoordschaal kunnen veranderingen in gedrag nauwkeuriger vastgesteld worden en daarom is de IFBE geschikt voor gebruik bij behandelplanbesprekingen of behandelevaluatie momenten.
Er is ook een zelfrapportage versie van de IFBE ontwikkeld; de IFBE-Z.
Zie voor meer informatie over de IFBE: vanmesdag.nl/niAe9OzHKU-x2JO03A57HQ/TW4xvBca2ENSZYBwBXk9Pg/VwjpS1eIj2dUGZqI7RbY9KJw/IFBE%20voor%20professionals%20januari%202015.pdf.
Uit Nederlands onderzoek naar 232 forensische patiënten is gebleken dat de IFBE een betrouwbaar instrument is (Schuringa, Spreen, & Bogaerts, 2014). De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is substantieel tot bijna perfect voor alle afzonderlijke items. Daarnaast heeft de test-hertestanalyse aangetoond dat de betrouwbaarheid voor de meeste items aanzienlijk is.
Ook heeft onderzoek aangetoond dat er sprake is van concurrente en predictieve validiteit (Schuringa, Heininga, Spreen, & Bogaerts, 2016). Er zijn matige tot sterke correlaties gevonden tussen de IFBE en de klinische items van de HKT-30 en andere variabelen die in dezelfde periode zijn gemeten: werkbezoek, therapiebezoek en illegaal drugsgebruik. Verder zijn er matige tot bescheiden correlaties gevonden tussen sommige IFBE items en andere variabelen die tijdens de follow-upperiode zijn gemeten: werkbezoek, therapiebezoek en illegaal drugsgebruik. Sommige IFBE items en de factor problematisch gedrag blijken een groot onderscheidend vermogen te hebben voor daaropvolgend geweld en drugsgebruik.