WISC-III-NL

Naam
WISC-III-NL
Omschrijving

De Wechsler Intelligence Scale for Children - Third edition - Nederlandstalige bewerking (WISC-III NL; Kort et al., 2005) is een algemene intelligentietest voor kinderen en jeugdigen van 6 tot 17 jaar. De WISC-III NL kent dertien subtests, waarvan zes de verbale intelligentie meten en zeven de performale intelligentie. Tien subtests vormen de basistest. De resterende tests zijn twee optionele en een aanvullende  subtest. De subtests worden aangeboden in de vorm van gekleurde plaatjes, mondelinge vragen, rekenopgaven, geometrische patronen, legpuzzels, symbolen en doolhoven.
Zie ook: nji.nl/nl/Wechsler-Intelligence-Scale-for-Children---Third-edition---Nederlandstalige-bewerking-%28WISC-III-NL%29

Waar beschikbaar
Pearson
Verkrijgbaar in het Nederlands
Ja
Validiteit & betrouwbaarheid

De WISC-III NL is in 2005 door de COTAN beoordeeld. De normen, betrouwbaarheid en begripsvaliditeit zijn voldoende; de criteriumvaliditeit is onvoldoende.

Afnameduur
Afname van de tien basissubtests duurt gemiddeld vijftig tot zeventig minuten.
Meer informatie over het gebruik van het instrument
De WISC-III NL eist bepaalde kwalificaties van de afnemer. Het instrument moet door een diagnostisch geschoolde psycholoog of (ortho)pedagoog worden afgenomen. Bij voorkeur moet de gehele test in één keer afgenomen worden. De subtests moeten in volgorde van moeilijkheidsgraad worden afgenomen waarbij de verbale en performale subtests elkaar afwisselen. De subtests Cijferreeksen en Doolhoven worden niet standaard afgenomen. Ze kunnen respectievelijk een verbale en performale subtest vervangen, als een van de standaard substests niet kan worden afgenomen. Ook kunnen ze aanvullend gebruikt worden, maar dan tellen ze niet mee voor de berekening van het Intelligentie Quotient (IQ). De subtest Symbolen vergelijken is ook een keuzetest maar kan geen van de andere subtests vervangen bij de berekening van het IQ. De afnemer moet zich houden aan de instap- en afbreekregels die rekening houden met de leeftijd van een kind. Bij sommige subtests moet geregistreerd worden hoeveel tijd het kind nodig heeft om de opgave op te lossen. De tijd moet zo onopvallend mogelijk opgenomen worden zodat het kind niet afgeleid raakt of onnodige onder druk wordt gezet. Ook moet de afnemer zich houden aan de instructies die gelden voor het herhalen of toelichten van een opgave of het corrigeren van een opdracht. Verder moet de omgeving waarin de test wordt afgenomen aan bepaalde voorwaarden voldoen. Om afleiding te voorkomen moet de test afgenomen worden in een rustige, goed geventileerde ruimte waar alleen het kind en de testafnemer aanwezig zijn. De tafel waaraan de testafname plaatsvindt moet een glad oppervlak hebben, een hoogte die aangepast is aan het kind en zodanig zijn opgesteld dat de afnemer recht tegenover het kind zit. Het testmateriaal moet binnen handbereik zijn en buiten het zicht van het kind blijven tot het betreffende onderdeel wordt afgenomen.
Referenties
  • WISC-III NL Wechsler Intelligence Scale for Children. Derde Editie NL. Handleiding en Verantwoording.
Laatste aanpassing
2 februari 2016
Momenteel werkt het EFP aan het updaten van de informatie over dit instrument. Voor vragen en/of opmerkingen over de instrumentendatabank kunt u contact opnemen met instrumentendatabank@efp.nl.