De STATIC-99(R) is internationaal het meest gebruikte en meest onderzochte instrument in zijn soort. Het instrument is voortgekomen uit het onderzoek van Hanson & Thornton (1999,2000), waarin zij alle items van de RRASOR en een deel van die van de SACJ-Min verenigen. De STATIC-99(R) bestaat uit 10 items over eerdere seksuele, gewelds- en overige delicten, slachtofferkenmerken, relationeel verleden en leeftijd. De totaalscore van de items ligt tussen de nul en de 12 en leidt tot een indeling in vier risicocategorieën van laag tot hoog.
De STATIC-99 is ook vertaald in het Nederlands (Van Beek, De Doncker & De Ruiter, 2001) en is in gebruik bij de reclassering en in de TBS-sector.
De STATIC-99 laat over de vele onderzoeken heen, ook in Nederland, een vrij consistente voorspellende waarde zien (gemiddelde AUC-waarde .74 over 63 studies; Hanson & Morton-Bourgon, 2009; De Vogel et al, 2003; Ducro & Pham, 2006; Looman, 2006; Van Horn, Mulder & Scholing, 2006). Uit onderzoek van Schönberger et al. (2008) onder seksuele delinquenten (ex-TBS-ers, zowel verkrachters en aanranders als pedoseksuele daders; N=88) kwam echter naar voren dat de predictieve validiteit van de Static-99-totaalscore en van de risicocategorieën voor de totale groep voor seksuele recidive beperkt was (AUC-waarden van 0.56 en 0.57). Ook voor gewelddadige niet-seksuele recidive was de predictieve validiteit van de totaalscore en van de risicocategorie voor de totale groep matig (AUC-waarden 0.62 en 0.59). Voor algemene gewelddadige recidive was de predictieve validiteit van de Static-99 totaalscore (AUC=0.67, p<0.01) en van de risicocategorie (AUC=0.63, p<0.05) matig tot redelijk.