De Schaal voor Interpersoonlijk Gedrag (SIG; Arindell, De Groot & Walburg, 1984) lijkt erg op de IOA. Deze test meet met vijftig items de spannings- en vermijdingsaspecten van sociaal gedrag. De volgende vier schalen worden onderscheiden: uiten van negatieve gevoelens, uiten van onzekerheid en eigen ontoereikendheid, zichzelf kenbaar maken, uiten van positieve gevoelens. Daarnaast zijn er twee totaalscores: een op ervaren spanning en een op frequentie van uitvoering van sociale gedragingen. Aan de hand van deze totaalscores kunnen respondenten worden ingedeeld in vier typen: assertieven, angstige uitvoerders, sub-assertieven, onverschilligen.
De psychometrische eigenschappen van de SIG zijn goed.