De Risk Sexual Violence Protocol (RSVP; Hart et al., 2003), ontwikkeld in Canada, kan men zien als een aangepaste versie van de SVR-20. Het omvat 22 items, deels statische, deels dynamische, onderverdeeld in een aantal domeinen:
• geschiedenis van seksueel gewelddadig gedrag,
• psychologische aanpassing,
• psychopathologie,
• sociale aanpassing,
• behandelbaarheid.
Alle items krijgen de scores ‘aanwezig’, ‘waarschijnlijk of enigszins aanwezig’ of ‘afwezig’. Elk item krijgt bovendien een score voor de aanwezigheid van het bedoelde verschijnsel in het verleden, die in het huidige tijdsgewricht en de waarschijnlijke aanwezigheid in de toekomst. Een aantal items vergt een klinisch oordeel of klinische inschatting. Men kan de factoren per geval aanvullen met eventuele extra risico- en beschermende factoren. Het eindoordeel is een klinisch oordeel op grond van de risicofactoren, geen optelsom.
De coderingsregels van de RSVP zijn verkrijgbaar (Hart et al., 2003), maar zijn niet in een Nederlandse vertaling beschikbaar.
De RSVP is moeilijk te scoren, waarschijnlijk nog moeilijker dan de SVR-20 en de scoring is zeker bewerkelijker. De interbeoordelaars-betrouwbaarheden zijn vaak laag. Het is de bedoeling van de RSVP, door specifieke risicoformuleringen te gebruiken, het mogelijk te maken specifieker de aard en ernst van toekomstige gewelddadigheid in te schatten, om deze informatie doelgericht in te zetten in het risicomanagement. Er is internationaal nog onvoldoende onderzoek naar de RSVP om tot een uitspraak over de voorspellende waarde van het instrument te komen.