De Multidimensional Assessment of Sex and Aggression (MASA; Knight, Prentky, & Cerce, 1994) behandelt diverse domeinen die empirisch relevant zijn gebleken bij de assessment van seksuele agressie. Het instrument beoogt verkrachters nader te differentiëren volgens een door eerder ontwikkeld model, de Massachusetts Treatment Center Rapist Typology (MTC:R3). Met de MASA is geprobeerd de beoordeling van de MTC:R3- en Child Molester Typology (MTC:CM3)-classificatielijsten meer betrouwbaar en meer valide te maken.
De meest recente versie van de MASA (versie 5) bestaat uitsluitend in een gecomputeriseerde vorm (MIDSA; Multidimensional Inventory of Development, Sex, and Aggression) en vervult de functie van een gestandaardiseerd uitvoerig (allesomvattend) zelfrapportage-instrument voor zowel jeugdige als volwassen seksueel misbruikers en voor zowel criminele als niet-criminele steekproeven. De MIDSA bestaat uit 59 schalen (54 voor de jeugdversie). De schalen en de items zijn te vinden in de handleiding: midsa.us/pdf/MIDSA_clinical_manual.pdf.
Uit onderzoek is gebleken dat de MASA/MIDSA een valide meetinstrument is. Er is sprake van een hoge correlatie met schalen die dezelfde constructen meten (Knight & Cerce, 1999). Verder is de interne betrouwbaarheid onderzocht binnen drie steekproeven: gemeenschap, volwassen zedendelinquenten en jeugdige zedendelinquenten. Hieruit is gebleken dat slechts twee schalen een lage interne consistentie hebben van onder de .60. Beiden komen uit de gemeenschapssteekproef.
Zie de handleiding voor meer informatie over de validiteit en de betrouwbaarheid: midsa.us/pdf/MIDSA_clinical_manual.pdf.