De Egna Minnen Beträffende Uppfostran (EMBU; Nederlandse versie; Arindell, Emmelkamp, Brilman, & Monsma, 1983) is een vragenlijst die bij jongeren vanaf 16 jaar en volwassenen herinneringen aan de opvoeding in kaart brengt. Het instrument meet voor elk van beide ouders de opvoedingsstijlen. De EMBU wordt met name gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.
De EMBU bestaat uit 81 items. Er zijn 64 items die gaan over de relatie en ervaringen met de ouders in de kindertijd. De respondent moet de items apart beantwoorden voor de vader en de moeder. De items hebben de volgende vier antwoordcategorieën: 'nee, nooit', 'ja, maar zelden', 'ja, vaak' en 'ja, meestal'. De items worden onderverdeeld in vier subschalen:
1. Verwerping (25 items);
2. Emotionele warmte (18 items);
3. Overbescherming (16 items);
4. Verwenning (5 items).
Naast bovenstaande items bevat de vragenlijst 21 biografische vragen en 2 vragen om een indruk te krijgen van de mate waarin de ouders van de respondenten streng en consequent waren in hun opvoedingsgedrag.
De verkorte versie van de EMBU (s-EMBU) bestaat uit 23 items voor elk van beide ouders, verdeeld over drie subschalen: verwerping, emotionele warmte en overbescherming. Daarnaast bestaan er nog andere versies, waaronder zelfrapportage van kinderen (EMBU-C) en adolescenten (EMBU-A) en ouderrapportage (EMBU-P).
Uit een review blijkt dat de verschillende versies van de EMBU valide en betrouwbaar zijn (De Roo, Veenstra, & Kretschmer, 2022). Zo heeft een onderzoek naar de s-EMBU uitgewezen dat de Cronbach’s alpha van de subschalen varieert van .62 tot .82 (Yangzong et al., 2022). Daarnaast is gevonden dat de items van de subschalen verwerping en emotionele warmte sterker bewijs vormen voor convergente validiteit dan de items van de subschaal overbescherming.
De kwaliteit van dit instrument is beoordeeld door de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN). Naar de beoordeling (inloggen bij COTAN Documentatie noodzakelijk): cotandocumentatie.nl/beoordelingen/13939/dissociatievragenlijst/q/embu/p/1/vlg/arelevantie